Bij de praktijkroute gaat het vaak om mensen waar geen medische indicatie is voor verminderd arbeidsvermogen. Toch zijn dit mensen die tijdens een normale sollicitatieprocedure vaak afgewezen worden omdat de werkgever vermoedt dat zij niet de volledige loonwaarde waard zullen zijn. In gewone woorden: “er is iets mee”.
Sinds 1 januari 2017 kan een werkgever zulke mensen toch zonder veel risico een proefcontract aanbieden. Tijdens de proefperiode kan de gemeente dan een loonwaardeonderzoek uitvoeren, waaruit blijkt of deze werknemers het wettelijke minimumloon waard zijn, of niet.
“Mensen zijn blij met de Praktijkroute, omdat ze daardoor kunnen werken en meedraaien in de samenleving.” – Margriet Exterkate, coördinator re-integratie en arbeidsdeskundige (Bron: Biga Groep)
Blijkt uit het loonwaardeonderzoek inderdaad dat de werknemer – vergeleken met andere werknemers – veel minder goed presteert en het wettelijk minimumloon niet waard is, dan kan hij of zij rechtstreeks in het doelgroepregister opgenomen worden (zonder extra onderzoek door het UWV). Wel of niet in het doelgroepregister opgenomen worden, wordt dus “in de praktijk” getoetst. Vandaar de naam 'praktijkroute banenafspraak'.